Ruim 800 kinderen krijgen jeugdhulp; steeds complexer en zorgen bij wethouder

door Peter Donk
PAPENDRECHT – In totaal 811 inwoners krijgen op dit moment jeugdhulp. Dat is veel concludeert wethouder Jan Dirk van der Borg (CDA) van Jeugdzorg woensdagmiddag 15 mei 2024 al hij een toelichting geeft en zijn zienswijze. Van der Borg spreekt van verschillende zaken en een toename van de complexe problematiek.

Wethouder Jan Dirk van der Borg zegt dat de kinderen die hulp krijgen varieert van pedagogische hulp tot specialistische hulp. (Foto gemeente Papendrecht)

Papendrecht komt daarom met een Routekaart Jeugd, waar de gemeenteraad zich donderdag 23 mei 2024 over buigt. Het doel van deze routekaart is om aan hen die dat nodig hebben zo goed en effectief mogelijk hulp te bieden. Problemen die jeugdigen en hun ouders/verzorgers hebben, moeten zoveel mogelijk voorkomen worden of zo vroeg mogelijk aangepakt. Van der Borg wil na de besluitvorming in juni 2024 door de raad met partijen als onderwijs, verenigingen en Sterk Papendrecht om de tafel. Hij wil hun ervaring bespreken, de actiepunten doornemen en uiteindelijk naar een ‘pedagogisch pact’. De hulp kost de gemeente (via het Rijk overigens – red.) acht miljoen euro per jaar.

Meer grip
Een aantal kinderen wordt ernstig beïnvloed door sociale media of hebben moeite om daar mee om te gaan, een aantal krijgt te maken met een scheiding van hun ouders en anderen ondervinden problemen op school door hoge prestatiedruk. Ook de fysieke gezondheid van veel jongeren speelt een rol of krijgen ze te maken met een enorme tegenslag. In een aantal gevallen ligt de eerste verantwoordelijkheid voor hulp bij de ouders / verzorgers, maar in een aantal gevallen is dat al een gepasseerd station. Dan wonen de personen niet meer thuis; soms in een gesloten instelling. Van der Borg: “De gemeenten hebben een wettelijke taak en dat is hulp bieden waar dat kan. Wij hebben zicht op de aangewezen hulpinstanties, neem het jeugdteam van Sterk Papendrecht en we spreken met het onderwijs. We willen als gemeente Papendrecht meer grip op jeugdhulp.”

Rijksoverheid
Vanuit de Jeugdwet (sinds 2015) heeft de gemeente een zorgplicht. “Ik maak me zorgen over onze jeugd. Er is veel aan de hand en de druk op onze jeugdigen wordt steeds groter. Maar ook de druk op ouders/verzorgers. Op dit moment krijgt 1 op de 8 kinderen in Papendrecht jeugdzorg. Dat is veel, te veel. We mogen en kunnen dit niet negeren en moeten wat gaan doen om het te veranderen. De Routekaart Jeugd biedt ons die ruimte”, aldus Van der Borg, die ook nog even de Rijksoverheid noemt. Van der Borg: “We willen beter verantwoord zien waarom keuzes worden gemaakt. De Jeugdwet is niet afgebakend. Als daar meer duidelijkheid over is, dan kan dat tot betere keuzes leiden.” Ondertussen gaan financiële kortingen door en gaat ook het ‘minder gesloten’ plaatsen door. “Wij willen ook als gemeente meer begrijpen wat er aan de hand is. De regie hebben en – nogmaals – veel meer grip”, vult Van der Borg aan.

Beschermingsfactoren vergroten
Er zijn veel factoren die voor jeugdproblematiek kunnen zorgen. Bijvoorbeeld de verhogende prestatiedruk en ‘geluksnorm’ door de invloed van (social) media, opgroeien in armoede of een (vecht)scheiding. “Dat zijn risicofactoren. De beschermende factoren leren ouders/verzorgers en jeugdigen omgaan met die risico’s en tegenslagen. Denk aan een positief sociaal netwerk, zinvolle dagbesteding of geliefd voelen. Deze beschermende factoren wil de gemeente onder ander op preventiebasis gaan vergroten. Samen met bijvoorbeeld het onderwijs, sportverenigingen en jongerenwerk (Suppord). Maar ook via het bieden van de juiste ondersteuning aan ouders/verzorgers rondom bijvoorbeeld mediagebruik of begeleiding bij scheiden. Op die manier hoopt de gemeente aan de voorkant de vraag voor specialistische jeugdzorg te laten dalen en de juiste hulp te bieden”, stelt de gemeente Papendrecht.

Kwalitatief en effectief
Ook op organisatorische niveau liggen voldoende vraagstukken die aangepakt moeten worden. Om de kwaliteit van de hulp te verbeteren, is het belangrijk om een goed beeld van de opbrengst van de geboden hulp op lokaal en regionaal niveau te hebben. “De kwaliteit en effectiviteit moeten beter worden gemeten en worden bijgehouden. Dit geldt ook voor de aantallen en type hulpvragen. Met dat inzicht kunnen we doelgericht aan de slag gaan”, vertelt Van der Borg.

Plaats een reactie

*=Verplicht veld