PAPENDRECHT – De Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid heeft woensdag 22 november 2023 haar eerste elektrische voertuig voor patiëntenzorg in gebruik genomen. Er waren sinds dit jaar al wel twee elektrische dienstauto’s in de ambulancevloot, maar die werden niet gebruikt om naar patiënten in nood te rijden. De nieuwe Volkswagen ID.4 doet dat wel.
Het gaat om de deze auto, dezogeheten Rapid Responder, een ambulance in de vorm van een personenwagen. De thuishaven van de wagen is de ambulancepost Papendrecht. (Foto Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid)
“Hij heeft alle levensreddende hulpmiddelen aan boord die een gewone ambulance ook heeft, maar vervoert in principe geen patiënten”, legt wagenparkbeheerder Wim Treurniet uit. “De Rapid Responder is onze ‘vliegende keep’. Hij kan flexibel opereren in situaties waar een patiënt snel moet worden gezien, maar waar de verwachting niet is dat hij of zij direct mee moet. Hij kan ook ondersteuning bieden aan een gewone spoedambulance, bijvoorbeeld tijdens een reanimatie. En hij kan tijdelijk een regio bewaken waar alle gewone ambulances bezet zijn.” De Rapid Responder wordt bemand door één persoon, een ambulanceverpleegkundige die zelf rijdt.
Nieuwe ervaringen
Is de ambulancedienst niet bang om onderweg te stranden omdat de stroom halverwege op is? Treurniet: “Nee. Onze huidige Rapid Responder rijdt gemiddeld zo’n 80 kilometer per dag. De actieradius van de helemaal opgeladen Volkswagen zit daar ruim boven, al zullen wij tijdens spoedritten en door de flinke hoeveelheid apparatuur aan boord wel wat meer van de accu vergen. Maar op elke ambulancepost waar hij komt, gaat hij tussentijds aan de lader. Bij het Albert Schweitzer ziekenhuis wordt voor ons een laadpaal geïnstalleerd.” Een beetje spannend in positieve zin is het wel. “We doen iets nieuws, dus we zullen nieuwe ervaringen opdoen. Ook wij willen leren, met de tijd meegaan en oog hebben voor duurzaamheid. Volgend jaar gaan we daarom nog een stap verder: dan nemen we de eerste elektrische spoedambulance in het wagenpark op, waar dus wel patiënten in meegaan.”